Monday, April 23, 2007

Harry Haas & Otje Konijn by Herman, Inge and Terry, 2003

Otje het konijn had z’n schaamhaar weer in een leuk modelletje geknipt. Niet te hort natuurlijk want dat kriebelt ontzettend. Het was een streepje, net boven z’n konijnepikkie. Otje neukte ontzettend graag en wilde graag goed verzorgd en hygiënisch voor de dag komen. Terwijl Otje met tevredenheid zijn schaamstreek bekeek, kwam net Harry ¶ Haas voorbij. ‘Kijk’, zei Harry ‘nieuw!’ Otje schrok. Harry’s schaamhaar was in de meest prachtige dreadlocks gedraaid die hij ooit had gezien en aan elk uiteinde zat een kraaltje in verschillende kleuren.
Otje keek naar Harry’s gezicht en vervolgens weer naar z’n schaamhaar.
Hij kwam dichterbij en pakte één van de kraaltjes die tussen Harry’s poten hingen en gaf er eens een flinke ruk aan. ‘Au!’ krijste Harry. ‘Wat nou au?’, zei ¶ Otje, ‘daar vraag je toch om. Poets wederpoets, ken je die uitspraak niet Harry?’ Harry legde zijn voorpootjes over zijn dreadjes
en dacht erover na. Deze uitspraak zei hem inderdaad niets. Hij had wel gehoord van schoenen poetsen en tandenpoetsen. Ook had hij weleens het gasfornuis gepoetst. Dit was echter allerminst een favoriete bezigheid, wat hem betrof. Hij kon wel iets beters verzinnen ¶ dan dingen poetsen. Liever deed Harry eigenlijk helemaal niets; lekker onderuitgezakt met een zak chips voor de tv.
Harry kocht alle soorten chips, breidde z’n assortiment uit met nootjes, later met leverworst en bittergarnituur. Hij kocht aandelen van de Smiths die ongekend stegen sinds z’n consumptie zo was toegenomen en zo werd Harry een soort micro-economisch paradijsje: z’n bankrekening nam toe naarmate hij meer consumeerde. Economen kregen dit in de gaten en ¶ vonden de perfecte test-case in Harry, op wie allerlei nieuwe goederen en diensten werden uitgeprobeerd. Harry, van nature al een
Underdog, liet zich dit gaarne welgevallen en verloor z’n persoonlijkheid.
Maar wat een vrijheid kreeg hij ervoor in de plaats! Verlost van zijn persoonlijkheid kon hij voor ’t eerst in z’n leven werkelijk vrij ademhalen en met volgepropte mond murmelde hij ‘ik heb altijd al geweten dat de identiteit een ¶ neurotisch construct is en een psychisch spasme’ en keek met het oog in zijn achterhoofd naar een slak die verveeld op een blaadje sla knabbelde. ‘Ja’, zei de haas ‘elke dag sla is ook niet alles, dat gaat op den duur tegenstaan. Probeer daarom eens die overheerlijke sladressing van Haas &co. Dat maakt uw saaie sla-recept als nieuw!’ De slak was echter niet onder de indruk. Het was niet de sla die hem verveelde, het was die irritante haas die nu al een behoorlijke tijd zijn uitzicht stond te belemmeren. En dat terwijl de slak ¶ nu juist zo graag van het landschap genoot tijdens het eten. De haas was zich echter volkomen onbewust van het leed dat hij de slak berokkende. En het bleef niet alleen bij uitzichtsbelemmering, de haas bezorgde de slak in z’n domme egoïsme een depressie zoals niet eerder was voorgekomen in de geschiedenis der psychologie. Telkens als de slak iets wilde streefde de haas daaraan voorbij, tot het moment aanbrak dat de slak niets anders meer wilde dan doodgaan.
‘De enige verlossing die mij rest is de dood’, zuchtte de slak, waarop de haas een vaatje zout tevoorschijn toverde en het voor slaks’ neus zette, ‘als het je werkelijk ernst is, hier!’ en vrolijk hipte hij weg, da kraaltjes tikten ¶ vrolijk bij elke sprong.
‘Bah wat een naar figuur die haas, wat een arrogante zak, hoe krijg ik ooit dat vaatje opgetild?’ dacht slak.
Op dat moment verscheen er een prachtige goede fee.
Ze zei ‘Slak, je hebt zo’n stralend aura, jij bent uitverkoren om één wens te doen. Zeg wat je wilt en ik zal zorgen dat het gebeurt.’ En je weet natuurlijk al wat Slak wenste.. precies!

Vos & Schildpad by Herman, Inge and Terry, 2003

‘Mijn hemel’ riep de vos met opgeheven voorpoten ‘welk een verschrikking!’
‘Waar heb je het over Vos?’ vroeg de de schildpad. ¶ ‘Ach lieve schildpad, ik droomde zojuist iets verschrikkelijks, en nu ben ik bang dat het een visionaire droom was’ zei de vos treurig. ‘Maar wat droomde u dan, beste vos?’ vroeg de schildpad. ‘Ik kan het u niet zeggen’ zei de vos ‘het is te gruwelijk.’ ‘Maar zeg het toch’ hield de schildpad aan ‘het zal u opluchten erover te vertellen.’ ‘Neen, ik kan het niet’ zei de vos. ‘Toe, vooruit, spreek’ zei de schildpad. ‘Nee, nee, het is te onaangenaam’ antwoordde de vos. ‘Maar Vos, komaan, laat het los, geef uw ¶ nachtmerrie prijs’. ‘Nou, vooruit dan’ zei de vos en hij vertelde welke droom hem gekweld had aan de schildpad. ‘Het was een erotische droom’ begon Vos. Schildpad vond het een boeiend begin, trok z’n sokken uit, stak een shaggie op en zakte onderuit op de bank. ‘Ik droomde dat je me vroeg of je me mocht nemen. Dat vond ik goed. Maar toen het eenmaal begon ging alles heel langzaam en het stopte niet meer, het ging maar door, het duurde zóó lang dat ik m’n libido verloor..’ Vos moest slikken. ¶ Schildpad drukte z’n sigaret uit, ‘en?’ vroeg hij. Vos legde z’n hoofd in z’n handen; ‘sindsdien ben ik impotent.’ Een stilte volgde.
De merel hief zijn lied aan. Met lange gekrulde uithalen lamenteerde hij de overdaad aan tekort in deze wereld. ‘Weet je’ zei de vos ‘ het ergste is nog wel de routine. Er zijn lieden die het leven als een kleurenfilm beschouwen, maar dat zijn de gelukkige dwazen. De werkelijkheid is ononkoombaar grijs.’ ¶ Een traan brak uit zijn oog. ‘Ach Vos’ sprak Schildpad ‘zie dan ook de mooie dingen eens’ ‘Waar dan?’ antwoordde Vos bitter. Tja, nu het hem zó gevraagd werd stond schilpad plots met z’n mond vol tanden, en eigenlijk begon die nare onverkwikkelijke houding van Vos hem zo onderhand behoorlijk tegen te staan. ‘Vos, weet je wat jij kan doen? Jij kan doodvallen. Tabee, en veel succes ermee.’ ¶ En daar ging Schidpad, Vos eenzaam achterlatend, maar ja, zoals dat met schildpadden gaat, dat ging dus niet zo snel. De tranenvloed die Vos vervolgens uitstortte haalde Schildpad in. Maar ach, wist Schildpad veel, die dacht dat het regende. Nou ja, Vos huilde natuurlijk ook niet voor eeuwig. Met genoeg zin voor realisme besloot Vos dat er nog wel meer schildpadden op de wereld waren. Hij boekte een vlucht naar Austalië, pakte z’n koffer, zette ’n zonnebril op en verliet Europa. ¶ Dit echter brak het hart van Europa, die ook een zondvloed van tranen stortte om het idee dat Vos haar voorgoed had verlaten, en op die zondvloed dreef Schildpad naar Australië. ‘Wat krijgen we nou weer’ zei Schildpad. Voor hem stonden Nick Cave, Kylie Minogue en een Moari-man met tribals op z’n gezicht getatoeëerd. De Maori pakte een lange holle lucifer en ¶ begon erin te blazen, wat een lage fluittoon opleverde. ‘Mooi’ zei Schildpad ‘werkelijk, heel mooi.’ ‘Een digeridoo’ zei kylie. ‘Aha’ zei de Schildpad ‘een digeridoo.. Dat is werkelijk mijn meest hardgrondig gehaatte instrument; dus lieve Kylie en beste mr. Maori, steek die digeridoo maar in jullie reet alsof het een dubbelzijdige dildo ¶ is!’ Maar Schildpad’ kirde Kylie ‘hoe weet jij dat dat ons geheime speeltje is? Heb je ons soms zitten bespieden, ouwe stiekemerd?’
Schildpad wilde ontkennen maar Kylie had zich hierop voorbereid, zette schilpad op z’n achterpoten, nagelde hem aan de muur en geselde hem net zolang tot Schildpad alles bekende, alvorens hij de geest liet en z’n hoofd terugzakte, als oude slagroom, in z’n schild.